San Juan Island

5 juli 2015 - Vancouver Island, Canada

Op 1 juli ontvluchtten wij de broeierige hitte van de grote stad en voeren met de boot naar San Juan, een van de vele eilanden voor de kust van de staat Washington, een kleine 2 uur varen vanaf Seattle. We waren om 11.00 uur door een klein personenbusje opgehaald vanaf het vliegveld van Seattle, waarin nog 2 medereizigers stapten voor de tocht naar San Juan.
Het was weer één van die typische ervaringen:  middels een reisadvies kwam ik op een website, waar ik een telefoonnummer kreeg dat ik moest bellen om voor deze overtocht te reserveren. Ik kon nergens een manier vinden om via de website te reserveren. Toen ik het nummer belde werd gereageerd door een antwoordapparaat, waarop ik mijn wensen en mijn telefoonnummer achter kon laten, met de boodschap dat ik dan zou worden teruggebeld. Dat gebeurde dan ook enkele uren later; ik werd gebeld door een man en ik legde hem uit op welke datum ik met hoeveel personen naar het eiland San Juan wilde. Dat was mogelijk. Eerlijk gezegd had ik dat ook wel verwacht, deze dienst werd immers aangeboden op de website …
Toen ik opmerkte dat ik op de site niet had kunnen vinden hoe ik moest reserveren vertelde hij mij dat die mogelijkheid er ook niet is via de site, maar dat ik dat nu per telefoon kon doen. Ik vroeg hem hoe ik dan moest betalen. Dat was heel simpel: ik diende hem mijn creditcardnummer te geven en dan was het in orde. Wij moesten op 1 juli bij uitgang 00 (ja echt, nulnul) van het vliegveld staan, daar zouden we worden opgehaald. Toen ik vroeg of ik nog een bevestiging ontving antwoordde hij ontkennend; we hadden het nu afgesproken.
Toen wij een week later op de afgesproken tijd naar het vliegveld togen bekroop mij  het gevoel dat ik  misschien wel bedonderd was, en dat nu de aap uit de mouw zou komen, mijn creditcard geplunderd was en dat wij vervroegd naar huis konden …
Tot mijn verbazing en opluchting bleek op SEATAC (het vliegveld van Seattle) inderdaad een uitgang 00 te bestaan. Na enige tijd wachten kwam een 9 persoonsbusje aanrijden, dat ons keurig en snel bracht waar wij wezen wilden, San Juan Island.   In het land waar internet zo’n beetje uitgevonden is, worden zaken soms zo wonderlijk geregeld …..
Na aankomst van de ferry in het centrum van Friday Harbor, de hoofdstad, vroegen we een mijnheer de weg naar ons hotel. Hij legde het uit en beduidde ons toen om even te wachten. Toen hij zijn brief had gepost en weer terug kwam op het parkeerplaatsje zei hij dat we de tassen achter in de pickup konden gooien en hij ons wel even zou brengen. Zo enorm aardig. Ook dat is Amerika. Na zijn pensionering had hij zijn huis op het vasteland verkocht en had hij zich hier op het eiland teruggetrokken, wat hem uitstekend beviel. Een overzichtelijk leven.
Ons hotel bestond uit een zestal lage gebouwen, een soort luxe barakken, die in Alaska waren gebruikt voor een project. Na afronding van dat project bleken ze nog zeer geschikt voor andere doelen, onder andere voor een (betaalbare) hotelfunctie.  Een volledig met hout beklede kamer, met een goede douchecabine en toilet, en een klein keukentje. Dit alles voorzien van airco én een raam dat open kon, met hor.
San Juan is een eiland voor laten we zeggen de gegoede burger. Onze medereizigers in het busje naar het eiland toe bleken woonachtig in New York, hadden ook nog een huis in California en zelf een huis gebouwd op San Juan, waar zij vaak de weekends of zomers enkele weken doorbrachten. Hotels en B&B’s verschillen nauwelijks in prijs en kosten in het hoogseizoen gemiddeld $ 200 - $ 300,- per nacht. Ons hotel was met $ 100,- p.n.  dan ook spotgoedkoop.
We genoten enorm van de rust op het eiland, hoewel het hotel naast het vliegveldje lag, waar af en toe een Cessna of een Pipercupje landde, tot groot genoegen van Wim.  Maar ’s nachts was het doodstil, heerlijk.
We hadden ons aangemeld voor een walvistocht, opdat ook Wim nog een walvis zou kunnen zien deze reis. Nou, dat is ruimschoots gelukt! De walvissen vlogen ons zogezegd om de oren. Eerst een “gezinnetje” van 4, dat later werd ingehaald door een ander groepje van 6 orka’s, die vervolgens gezamenlijk verder trokken en goede zin hadden om een show weg te geven. Ze sprongen regelmatig uit het water de hoogte in, maakten salto’s en lieten zich vervolgens weer in het water ploffen. Uren kijkplezier onder een strakblauwe hemel met een lekker zonnetje op onze bol. Vergeleken met deze orka’s waren de 3 grijze Minky-whales (dwergvinvissen van 8 meter) dooie dienders, die zich af en toe met slechts een flapperend vinnetje aan de oppervlakte lieten zien.
De dag erna namen we de bus naar een haventje aan de andere kant van het eiland, Roche Harbor. Daar is in de 19e eeuw een hele industrie ontstaan rond de productie van ongebluste kalk. Rondom deze industriële ontwikkeling is dit haventje, bevolkt door eigenaar en de arbeiders van de onderneming gegroeid. Het stadje was tot 1956 in eigendom van de familie van de oprichter van deze onderneming, en had eigen wet- en regelgeving en een eigen betalingssysteem: arbeiders kregen uitbetaald met een soort bonnen, die zij bij de eigen winkels konden inwisselen voor voeding, maar ook voor kleding, gebruiksartikelen etc.  Op dit moment is het een luxe toeristenplaatsje met een prachtig houten hotel (Hotel de Haro – foto) en restaurants waar je heerlijk vis kunt eten. Toen we terug wilden gaan bleek – na 45 min wachten – dat de bus stuk was en het veel tijd had gekost om ergens een reservebus op te duikelen.  Het busvervoer is een particuliere onderneming, die gerund wordt door een aantal mensen van het eiland. Vooral toeristen nemen de bus. Voor de 2 lijnen is elk 1 bus, die steeds heen-en-weer rijdt op een vaste route. De blauwe lijn doet de noordkant, de groene lijn de zuidkant.  Zo’n bus nemen is een goede manier om in korte tijd een groot deel van het eiland te zien. Op San Juan waren dat vooral luxe (vakantie-?)huizen, die verspreid over het eiland lagen, een enkele paardenranch, en vooral veel bos en een aantal meren.
Onze laatste dag op San Juan was the 4th of July. Wij waren al uitgebreid voorbereid op deze nationale feestdag, o.a. door onze hotelmanager nadat ik vooraf ons verblijf met 1 nacht had verlengd:
“Done!  The Saturday rate, like Friday, is $ 94.99.  We'll settle up when you arrive.

We think you'll be glad you did, because the 4th of July is a very big deal around here.

On the 4th is the parade in the morning, then the Pig War barbeque around noon, then the Rock The Docks rock concert in the afternoon, followed by the fireworks around 9:30 p.m.  A full and fun day!”

De dag ervoor werd op het hele eiland de feestversiering al opgehangen, in de voor ons vertrouwde rood-wit-blauwe kleuren.
’s Ochtends dus de “parade”, een bonte verzameling van van alles dat rijden of lopen kon, soms met een duidelijk thema (de brandweer, old-timers of de paardenranch), soms voor ons onnavolgbaar waar de deelname van het voertuig naar verwees (bejaardensoos? knutselclub? makelaarsbedrijf?). De feestelijke “handcraft farmersmarket” bestond uit opmerkelijke zaken: een zakje (zelfgewonnen) zeezout voor $ 20,-, kunstig samengestelde gedroogde bloementuiltjes à $ 25,- en diverse zelfgebreide groenten (volgens Wim). Kortom: wij vonden er niets van onze gading.
De barbecue hebben wij gemeden en in plaats daarvan is Wim een grote wandeling gaan maken, en ik heb het plaatselijk museum een bezoek gebracht. Dat bleek een gouden keuze: een prachtige tentoonstelling van macrofoto’s van kleine diepzeedieren, gemaakt door Sarah Middleton. Als je ooit de kans krijgt: ga het zien!

’s Avonds was er (vanaf 18.00 uur) het Rock the Dock rockconcert, waar we uiteraard naartoe gingen. Het bleek georganiseerd door de plaatselijke Rotaryclub. En die hadden zowaar een uitstekende band gevonden.  Onze leeftijdscategorie was goed vertegenwoordigd, de band speelde vnl. covers uit de jaren 60 en 70, dus we voelden ons er al snel thuis … Toen Wim een biertje wilde halen bleek dat achter een afscheiding van geel koord te moeten gebeuren, die ons tot dan toe was ontgaan. Het werd hilarisch toen hij moest aantonen dat hij 21+ was, en toen hij bovendien voor mij een glaasje witte wijn wilde meenemen werd zijn positie onhoudbaar. Ik werd door een dame van mijn bankje gehaald en ze vroeg of ik een man had die witte wijn voor mij zou halen. Toen ik dat bevestigde werd ik meegenomen naar achter het gele koord. Daar kregen wij beiden een polsbandje om, ten teken dat wij bij de categorie “alcoholdrinkers” behoorden. Dit alles vond plaats onder het toeziend oog van de plaatselijke sheriff. Pas als het drankje op was mocht je weer naar de andere kant van het koord. Kennelijk was dan het besmettingsgevaar geweken.  Ik keek om me heen en zag dat de plaatselijke bevolking volkomen routineus met dit fenomeen omging. Men dronk een drankje en babbelde rustig door terwijl de gesprekspartner een flesje water had, het gele koord tussen hen in. Het was een leerzame avond.
Die afgesloten werd door een fenomenaal vuurwerk, dat afgeschoten werd vanaf een in de haven drijvend schip. Een prachtig gezicht tegen een pikzwarte hemel. En een passend afscheid van San Juan Island.
Toen we het eiland de volgende ochtend per boot verlieten hing er een een dikke smoglaag over het eiland en boven zee: een gevolg van de enorme bosbranden in Canada.
 

Foto’s

3 Reacties

  1. Enny keijsers:
    13 juli 2015
    Ha Wim en Joke..
    Guess who een van de beroemde gasten was in De Haro..yes we( waarschijnlijk in aanzienlijk goedkopere tijd, toen wij er waren;-). Wat een geluk dat bij jullie de orka's er duidelijk zin in hadden. Wij hebben er slechts eentje gespot vanaf de oever.
    Hoelang blijvn jullie nog in de States? Gaan jullie nog Olympic NP in?of moet je dan een auto hebben?
    Glacier NP is ook een aanrader om doorheen te gaan! Blijf dus nog maar een maandje of wat;-)
    Ben ontzettend benieuwd om alle verhalen live van jullie te horen. Wij zijn vanaf 18 juli naar Italie, ook leuk hoor.
    Genietvan de laatste dagen,
    Liefs enny
  2. Joke:
    14 juli 2015
    Helaas, Enny, maar het zit er (bijna) op! Vandaag zijn we aangekomen in Vancouver, zo op het eerste gezicht een zeer aangename stad, waar we donderdagochtend op het vliegtuig naar huis stappen. We zijn dus een dag voordat jullie naar Italië (ook zéker niet gek!) gaan terug in Nederland. En ik zeg wel helaas, maar het is tegelijk ook fijn om weer naar huis te gaan en de kinderen en alle bekenden weer te zien. En niet meer elke 2-3 dagen je boeltje bij elkaar te pakken en te verkassen.
    Onze hoofden zitten vol genoeg met alle ervaringen, om de komende maanden op te kunnen teren.
    Heel veel plezier in Italië en tot (vast) ergens na de zomer!
  3. Dinie vilters:
    14 juli 2015
    Hele goede thuisreis!

    Liefs,
    Dinie