Portland en Seattle

1 juli 2015 - Seattle, Washington, Verenigde Staten

Portland en Seattle

We vlogen vanuit Denver naar Portland en het verschil tussen twee steden had niet groter kunnen zijn. Voor zover zichtbaar voor ons, uiteraard. Want in enkele bezoeken leer je een stad natuurlijk niet kennen.
Maar waar Denver de indruk maakte van een zakelijke stad, waar de auto een belangrijke plek in het stadsbeeld had (veel grote wegen vol met auto’s) maakte Portland de indruk van een “mensenstad” met smallere straten waarin de lightrail voorrang had. Er werd duidelijk zichtbaar werk gemaakt  van het weren van auto’s uit de binnenstad: veel nadruk op de mogelijkheden van het openbaar vervoer, dat bijzonder goedkoop was. Wij betaalden op het vliegveld voor een weekkaart $ 26,- en daarmee kon je tot ver buiten Portland reizen in elke vorm van openbaar vervoer. Maar ook: veel grote parkeergarages aan de stadsrand. En met het OV kon je werkelijk overal komen.
We kwamen op zaterdag in de ochtend in Portland aan in een hotel dat vier haltes met de “lightrail” (een soort bovengrondse metro) van het vliegveld lag. Na achterlating van de bagage trokken we de binnenstad in, naar de befaamde Zaterdagmarkt.
Dat was mede dankzij de aangename zonnige dag een leuke start van ons bezoek. Een soort Waterloopleinmarkt met van alles wat. Alleen geen levensmiddelen, tenzij klaargemaakt om direct op te eten. Verder tussendoor standwerkers, predikers, ijskarretjes en muzikanten, en buitengewoon veel zwervers van allerlei soorten. Naarmate we langer in Portland verbleven viel het steeds meer op, dat we nog nergens in de steden waar we geweest zijn zoveel zwervers en bedelaars hebben gezien. Soms echt klassieke zwervers: verslonste oudere hippies (meestal mannen) die de vuilnisbak doorspitten op eetbare zaken of op zoek naar blikjes, waarvoor zij kennelijk ergens statiegeld konden ontvangen. Maar ook veel jongeren die – vaak met een muziekinstrument in hun bagage – door de stad trokken, soms muziek makend maar vaker teveel onder invloed van het één of ander om dat nog te kunnen … Bij navraag werd de verklaring gegeven, dat de stad Portland bijzonder goede sociale voorzieningen heeft, en dat dit tezamen met het mooie weer veel zwervend volk aantrekt.
We hadden een hotel voor een week geboekt omdat we hadden gehoord dat Portland een erg leuke stad is. Dat laatste denken we ook, maar een hele week bleek toch te lang voor ons. We misten de rust van de natuurparken, de simpele routine in zo’n camper en dat we zelf konden koken waar we trek in hadden. We moesten weer uitzoeken waar we een fatsoenlijke maaltijd konden eten zonder dat er meteen een weekbudget doorheen ging. Het bleek toch niet zo makkelijk om echt lekkere restaurantjes te vinden.  Verder maakte Portland qua temperatuur een uitzonderlijke periode door: het was nog nooit zo vroeg in het jaar (juni) zo droog en zo warm geweest … nl 30 - 35* Celsius. Dat is ook niet echt een temperatuur om elke dag urenlang door de stad te sjokken.
Dus na een dagje dierentuin (werkelijk een prachtige Zoo) en wat winkelen (dingen die we nodig hadden) lasten we steeds een rustdagje in. Tja … dat zal de leeftijd wel zijn. Wim heeft nog een excursie naar lokale bierbrouwerijen gedaan (zie blog BEER), terwijl ik ging shoppen op zoek naar souvenirs voor thuis. We hadden een grote natuur-supermarkt ontdekt die tevens wat picnicktafels had staan, en waar je zelf samengestelde salades ter plaatse kon nuttigen of mee naar huis kon nemen. Dat vormde in elk geval een goede avondmaaltijd, en was niet al teveel gedoe in de hitte. En Wim’s excursie leverde een heerlijk terras op, waar je in zon en in schaduw een vers getapt lokaal biertje kon drinken.  Toen het zaterdag was vonden we het mooi geweest en vertrokken we met de trein (vanaf een prachtig Amsterdamse School-achtig Amtrak station) naar Seattle.

We hadden van de eerdere ervaring geleerd en in Seattle voor 4 dagen een hotel geboekt. Nou begrijpen we wel dat, met wat wij overhebben voor een overnachting (het meeste wat we betaald hebben was $ 170,- per nacht) we niet in het hoogste segment terechtkomen, maar toch meestal in een acceptabel motel. - Hoewel we merken dat de steden aanzienlijk duurder zijn dan de buitengebieden en kleinere dorpen. Maar dan moet je weer de beschikking over een auto hebben om e.e.a. te zien, tenzij er openbaar vervoer voor de deur stopt, en dat is zelden het geval. - Wat we in Seattle meemaakten in de Days Inn overtrof echter alles … Dit motel lag ingeklemd tussen 4 highways en grensde aan een grote parkeerplaats voor vrachtwagens.  Dag en nacht denderde het verkeer van alle kanten door.
Aangekomen in de kamer bleek de deur naar de badkamer uit z’n voegen te hangen en het toilet permanent door te spoelen. Melding hiervan bij de schoonmaakdame bleek volkomen zinloos. Later bleek waarom: zij verstond en sprak geen woord engels, en slechts een taal waar voor ons geen enkele herkenbare klank in zat. Maar ze had een brede lach (en vast ook een hart van goud …).  Het resultaat van haar activiteiten echter was: dat ze elke dag het stukje zeep weggooide en verving door een nieuw; (echt!) nooit het bed opmaakte; dat ik haar nog net kon beletten om koffie die ik net gezet had (waar ze bij was, nota bene) weg te gooien;  en om onnavolgbare redenen het ene moment wél en het andere moment geen schone handdoeken leverde. Op schoonmaken hebben we haar niet kunnen betrappen.
Als klap op de vuurpijl bleek op een dag, toen wij na een lange dagtrip ’s avonds rond 22.00 uur thuiskwamen, zonder enige vooraankondiging het meubilair van onze kamer vervangen door ander, waarvan nachtkastjes en tafel smerig waren met plakkerige kringen en vlekken. Onze spullen, die in kastjes en laden hadden gezeten, waren op het bed gegooid. Klachten hierover werden afgedaan met de mededeling, dat het niet anders kon en dat er een manager naast had gestaan om ervoor te zorgen dat onze dure spullen goed behandeld werden.  Een hele geruststelling.

Gelukkig bleek de bus naar Seattle dichtbij te stoppen, was Seattle een leuke stad, en vielen we met onze neuzen in de boter doordat zondag (onze eerste dag hier) de Pride Parade plaatsvond. Daarover schreef ik al een kort blogje, dus ga ik er hier niet verder op in, maar het was echt een feest om het mee te maken.  Daarna nog een eind door de stad gewandeld, uiteindelijk langs de waterrand beland. En we sloten de dag af met een maaltijd verse gebakken vis in de haven van Seattle. Heerlijk! Daarna teruggelopen via Pike Place Market naar het ondergrondse station, waar zowel de lightrail als de bus hun halte hebben.
De volgende dag wilden we iets rustigs - na zo’n hele dag slenteren in een overvolle stad – en besloten we met de ferry naar één van de vele eilandjes voor de kust van Seattle te gaan. Dat was een gouden idee, want ook maandag was het erg warm en waar kun je dan beter zijn dan op een eiland. Alleen al de boottocht was een feest, met uitzicht op de haven van Seattle, maar ook op de besneeuwde berg Mt Rainier.  Na ½ uur varen belandden we op Bainbridge, een leuk eilandje met een interessante uitgezette wandeling. Halverwege de verkenning van het dorp stuitten we op een aankondiging van een tentoonstelling van portretten, gemaakt door Ansel Adams, van wie we vorig jaar ook een fototentoonstelling in Parijs hadden gezien.  Daar wilden we dus wel heen, maar eerst een ijsje van de échte Italiaanse ijssalon. We besloten om de wandelroute te onderbreken en eerst maar naar de tentoonstelling te gaan in het Historisch Museum.  Daar aangekomen bleek dat nét te zullen sluiten, maar een van de aanwezige dames was zo vriendelijk om voor ons nog even te blijven, zodat we de foto’s konden bekijken. Erg mooie portretten van Japanse bewoners van een interneringskamp, gemaakt in 1943. Het verhaal erachter was dat deze Japanners inwoners waren van het eiland en vóór het uitbreken van WO II werkzaam waren in de houtzagerijen van Bainbridge. Toen de VS echter betrokken raakten in de oorlog moesten de Japanners in kampen o.m. in California geïnterneerd worden, in afwachting van het verdere verloop van de oorlog. Ansel Adems was bevriend met de directeur van een van deze interneringskampen en heeft op verzoek van zijn vriend deze mensen gefotografeerd. De inwoners van Bainbridge hebben – onder aanvoering van de hoofdredacteur van de plaatselijke krant - heftig geprotesteerd tegen het wegvoeren van hun stadgenoten en veel Japanners zijn na de oorlog teruggekeerd naar Bainbridge.  Na een goede maaltijd met uitzicht op de haven in de avondzon zijn we teruggekeerd naar Seattle, waar bij aankomst de zon nét onderging.

De laatste dag in Seattle was het extreem warm en hebben we in en rond de hotelkamer gehangen, geen zin om veel te doen. Een spelletje, wat lezen, een boodschapje … veel meer was ’t niet. Jammer, want Seattle verdient beter: er was echt nog wel veel te zien. Maar het was te warm en we waren te lui.  Inpakken en bijtijds naar bed, want de volgende dag zouden we rond 9.30 uur vertrekken naar het vliegveld, alwaar een shuttlebusje ons op zou halen om ons naar het eiland San Juan te brengen.

Foto’s

4 Reacties

  1. Paulien:
    8 juli 2015
    Hoi Joke, weer met veel plezier je verhaal gelezen. Kun je iets meer over Denver en directe omgeving vertellen? Als je daar een of twee dagen (onze laatste vakantiedagen) zou verblijven, wat zou je dan kunnen doen, behalve uitrusten en shoppen?
  2. Joke:
    9 juli 2015
    Ha Paulien, Leuk dat je nog steeds volgt. Ja, Denver is wat verwaarloosd in het verslag, nogal overschaduwd door de vervelende ervaring met het terugbrengen van de camper. Er is, als jullie daar ook een camper terug moeten brengen, een aardige RV camping in een klein statepark, en dat ligt dichtbij de plek waar je de camper moet brengen. Je moet wel vooraf een plek reserveren. Hadden wij niet gedaan, waardoor we 25 km buiten Denver aan de oostkant terechtkwamen.
    Denver zelf heeft absoluut meer te bieden dan ik beschreven heb en dan wij ervaren hebben. Ik zal je - terug in Nederland - onze Lonely Planet geven die je mee kunt nemen op de reis, waarin ook informatie over bezienswaardigheden in Denver staat. Hierbij ook nog een link met info over Denver: http://www.verenigdestaten.info/steden-denver-colorado-stedentrip/
    En ik hoorde van iemand die er woont dat er een geweldig museum voor Modern Art schijnt te zijn. In de naaste omtrek (25 mls) ligt Boulder, een heel aardig plaatsje waar je heerlijk kunt wandelen langs een wild riviertje, maar ook voor weinig geld fietsen te huur zijn. Wij hadden op het vliegveld in Denver een auto gehuurd en zijn daarmee direct naar Boulder gereden. En natuurlijk ligt Denver (en ook Boulder overigens) aan de voet van de Rocky Mountains, die je zo in kunt lopen. Als ik terug ben (17 juli) bel ik je in de week erna, om je e.e.a. aan informatie mee te geven als je dat nog wilt. Groeten uit Canada!
  3. Joke:
    9 juli 2015
    Nog een kleine aanvulling op bovenstaande (uit Wikipedia):
    Denver is de locatie van het Denver Museum of Nature and Science en het door Daniel Libeskind ontworpen Denver Art Museum. Beroemd is het deels in de rotsen uitgehouwen Red Rocks Amphitheatre in het plaatsje Morrison ten westen van de stad. Aan York Street ligt een botanische tuin: Denver Botanic Gardens.
  4. Paulien:
    10 juli 2015
    Bedankt voor de info, Joke. Heb nog steeds interesse in gidsen en andere info. Kijk er naar uit om je weer te zien. Heel veel plezier de laatste dagen en een goede terugreis.