Wanganui, Wellington en de oversteek naar het Zuider Eiland

7 oktober 2017 - Nelson, Nieuw-Zeeland

In Wanganui hebben we 1½ leuke dag doorgebracht. Weliswaar bleek de loopafstand van camping naar stadje ruim 1,5 uur (en niet “een uurtje”, zoals de vrolijke campingbaas ons had verteld), maar dat was goed voor de conditie en om warm te blijven, want het was wel frisjes. Maar overwegend droog.
Het wandelpad langs de rivier maakte het grootste deel van de tocht aangenaam, hoewel ook hier een deel van het pad plotsklaps verdwenen bleek en in de diepte, aan de oever van de rivier, verbrokkeld lag. Dat bracht ons op de rijweg, waar de links-rechts-verwarring ons toch nog wel parten speelde. Had ik nét overal gekeken, kwam er weer een auto uit onverwachte hoek aangesjeest.
Vanuit de auto lijkt het om een of andere reden toch makkelijker vast te houden, die linkse oriëntatie in het verkeer, dan wanneer je voetganger bent. Vermoedelijk zie je om die reden vrijwel niemand lopen in NZ; iedereen beweegt zich voort in de auto. Lopen doe je in de natuur, bij wijze van sport. En in sommige binnensteden uit pure noodzaak: van en naar de parkeergarage, van en naar de bushalte (de ongelukkigen die geen auto bezitten). Maar het is duidelijk dat dit geen gewoonte moet worden. Om ons toch een beetje aan te passen aan de culturele waarden van het land hebben we terug dan ook de bus genomen.
Het stadje Wanganui bleek veel leuker dan wij op ’t eerste oog hadden verwacht. Er stonden nog veel oude huizen (western-style) wat het centrum een lieflijke aanblik gaf. We dronken koffie in het voormalige (oude) bankgebouw, dat wel een ballroom leek. Met oude crapauds en zelfgebakken taart. We hebben wat rondgewandeld in het stadje. Tot onze verrassing bleek Ward er een observatorium te hebben achtergelaten na zijn tocht door Nieuw Zealand in 2013 (zie de foto, met trotse moeder 😉).
Zoals gezegd, bus terug, met een gratis site-seeing door de buitenwijken, waarbij het stadje toch een stuk groter (b)leek dan we dachten.

Na een regenachtige nacht volgde een regenachtige dag: óp naar Wellington. Maar via een omweg, want in Tokomaru was het Steam Engine Museum gevestigd, met o.m. naaimachines op stoom. Daar hadden we wel wat omrijden voor over. Helaas … na enig zoeken gearriveerd in Tokomaru bleek het stoommuseum gesloten en te koop te staan. Wim overwoog nog een bod, maar dan zouden we toch teveel in tijdnood komen als hij al die machines weer aan de praat moest krijgen. Jammer, jammer; de pensioengerechtigde leeftijd lonkt.
Dus zochten we onze weg terug naar de hoofdroute naar Wellington, de hoofdstad van Nieuw Zealand. En stel je daar geen zesbaansweg bij voor: het blijven gewoon de tweestrookswegen: één strook heen, één strook terug. Met op sommige stukken een derde wisselstrook. Die is voor de Europeanen die niet uit het links-rechts-dilemma kunnen komen.
Of voor erg trage vervoersmiddelen bergop, zoals onze Lucy.

Op zo’n 30 km afstand van Wellington, met het benzinelampje toch wel al een tijdje brandend, begonnen we ‘m enigszins te knijpen. Bergaf lukte nog wel, maar hoe ver we nog bergop zouden komen …?! Gelukkig was er tijdig redding van een verborgen benzinepomp en we kwamen eind van de middag aan op de camping van Lower Hutt, een voorstad van Wellington. De bus stopte er vlakbij en we besloten om onszelf te trakteren op een heerlijk maaltje vis; tenslotte is Wellington een havenstad. Dus met de bus in ½ uurtje naar het centrum. De binnenstad deed erg Europees aan (ik miste alleen het Kruidvat en de HEMA), maar tussen alle Body Shop’s, Esprit’s etc. in waren er toch ook veel lokale winkels en kleine winkeltjes, waardoor het een gezellig karakter hield.  We wandelden naar de haven, waar we geen visrestaurant maar wel een lokale brouwerij troffen. En we waren wel aan een drankje toe. Het bleek vervolgens nog niet zo eenvoudig om een visrestaurant te vinden en we werden verwezen naar de Vietnamees. Daar toch ook heerlijk gegeten, onder meer vis.
Na nog een regenachtige rustdag voor de was, de schoonmaak, lezen en vroeg naar bed vertrokken we de volgende ochtend om 6 uur naar de haven. Na een droge start begon het al snel weer te miezeren.
Het prettige van zo’n vroeg uur is dat het nog erg stil op de weg is, waardoor je iets makkelijker je weg kunt vinden in een (doorgaans druk) havengebied.
Het inchecken en – na alle grote trucks met oplegger – inschepen liep gesmeerd. Ongelooflijk hoe men daar orde in de chaos weet te scheppen, met al die vrachtwagens, pickup’s met aanhangers, campers van diverse afmetingen en personenauto’s en motoren.
Voor het eerst waren we blij dat de weersvoorspelling (storm) níet uitkwam: het was een kalme overtocht van 3½ uur, voor ’n stukje vergezeld van een stuk of 6 dolfijnen. In de regen reden we in Picton (in het noord-oosten) van de boot af en maakten kennis met het zuidereiland: slagregens met harde windstoten. We besloten door te rijden naar Nelson, een vriendelijk stadje volgens Ward.
Eigenlijk was de bedoeling om verder naar het noordwesten te rijden, naar het Abel Tasman National Park, om daar nog een paar dagen te wandelen. Maar behalve natuur was daar niet veel te doen, en de voorspelling was dat de regen voorlopig aan zou houden. Dus werd het Nelson, waar we na een gigantische regenbui gelukkig een prettige camping troffen.
Het beekje, dat zacht kabbelend dwars door de camping had behoren te lopen, was aangezwollen tot een razend, kolkend riviertje dat als achtergrondgeluid 's nachts wedijverde met het getikt van de regen op de camper. Een fijn geluid als je lekker warm en droog in bed ligt.

Foto’s

2 Reacties

  1. Philip Fredrik:
    14 oktober 2017
    Voorwaar, de eerste keer, dst ik een blog volg! Na effe van alles te proberen, vond ik enkele dagen geleden, de blog over de Costa Rica en de U.S.A!! Nou ik heb genoten van al die prachtige foto’s!! Wat een triest idee, dat Costa Rica er na die orkaan er heel anders moet uitzien!! Maar wat hebben jullie beiden toch flinke afstanden afgelegd!!! Mijn complimenten voor de rijkunst die daar bij behoort! Veel plezier en de hoop voor ook wat zonnig en droog weer!!! 🍀🍀🍀🌞🌞🌞
  2. Maarten:
    17 oktober 2017
    Hoi
    Prachtige foto's weer. Nu snap ik de opmerking ov