BEER (gastschrijver Wim)

27 juni 2015 - Portland, Oregon, Verenigde Staten

Nu het eindelijk echt zomer is geworden in Nederland en iedereen met vakantie gaat, wordt het tijd voor een verhaaltje over bier. Misschien niet de hoofdreden om 3 maanden in de States door te brengen, maar wel een prettige bijkomstigheid. Want wat betreft de kwaliteiten en soorten bier die hier overal verkrijgbaar zijn, kan Nederland nog veel leren.
De enorme variëteit en hoge kwaliteit van de bieren hier is géén verdienste van de grote brouwers en de grote winkelketens. Integendeel: het zijn de vele duizenden lokale brouwerijtjes, verspreid over het hele land, en de niet aflatende trots van Amerikanen op hun eigen lokale producten (handcrafted beers, vaak ‘sustainable’ tot ‘organic’) die ervoor gezorgd hebben dat zelfs benzinestations en ketens als de Walmart meer soorten lokaal bier in hun schappen hebben staan dan alle Appies bij elkaar.
Waar Jan Disseldorp terecht pronkt met zijn zeldzaam uitgebreide aanbod aan biersoorten bij Sterk in Amsterdam, is hier een stuk normaler. Elk stad en staat heeft zijn eigen brouwerijen en soorten waar men trots op is en die gepromoot worden. Een duizenden kilometers lange reis - met privé chauffeuse - dwars door de USA is dan ook een duizenden kilometers lange ontdekkingstocht naar smaken en andere zintuigelijke bevredigingen.
Dat wordt overigens wel weer dimmen (en afvallen) als ik weer terug ben in Amsterdam. En wat meer bescheidenheid over de eigen lokale productie en die van anderen. We mogen dan wel de Belgen verslagen hebben in het aantal brouwerijen, wat betreft kwaliteit, diversiteit en professionaliteit valt er nog veel in te halen op de States.
Wij vertoeven nu in wat het bier-mekka van Amerika wordt genoemd: Portland in Oregon.  De stad telt meer dan 60 ‘hand crafted’ brouwerijen waaronder grote namen (ook in het buitenland) als Deschutes, Ecliptic, Laurelwood en Widmer. Maar ook een stadje als Bend telt al meer dan 12 local brwers. De toeristenbureaus van de meeste staten en van de brouwende steden hebben naast hun folders over hun (nog betrekkelijk korte) historie en toeristische attracties ook vaak een fraaie folder met alle brouwerijen, restaurants en pubs die (local) handcrafted beers in de aanbieding hebben. Ik denk dat Amerikanen hun (gevoelde) tekort aan historie - dit land bestaat pas 2,5 eeuw en de geschiedenis van de nomadische indianen daarvoor is grotendeels verdwenen door gebrek aan schrift en steden -  (terecht) compenseren door een grote trots op hun landschapsschoon en hun bieren. Ik kan me daar wel in vinden….
Eergisteren ben ik op brew tour geweest met een clubje Amerikanen. Vooraf moest ik een formulier  tekenen dat ik wist dat alcohol levensgevaarlijk was voor zwangere vrouwen en de rest van de mensheid, braindamage veroorzaakt, en dat de organisator geen enkele verantwoordelijkheid nam voor als ik van de trap zou vallen of onder een voertuig zou lopen. Als ik mijn eigen kots niet zou ruimen kost dat $100,- Verder moest ik alle ziekten en kwalen invullen die ik bij mij zou dragen (en waarvoor de operator ook geen enkele verantwoordelijkheid wilde nemen).  Dat beloofde dus een hele ruige tocht te worden. Viel reuze mee.  Lopend hebben we in het Mississippi-kwartier 3 brouwerijen bezocht. Kan makkelijk want ze liggen maar een paar 100 meter uit elkaar. En in Portland is lopen en fietsen - zeker in zo’n snel opkomende buurt vol hipsters, hippies en yups -  eerder regel dan uitzondering. De tour bood een leerzame blik in het brouwproces (geen bewegende of anderszins gevaarlijke onderdelen overigens)  en ik heb uiteraard de verschillende bieren geproefd. Gelukkig uit van die hele kleine glaasjes, maar bij elkaar voldoende om toch een aardig beeld te krijgen van de vele smaken en soorten die hier worden gebrouwen, zonder kruipend naar huis te hoeven.

Laat ik eens op een rijtje zetten wat mij eergisteren en daarvoor allemaal opgevallen is (en waar brouwend Nederland vaak zijn voordeel mee zou kunnen doen).

  • Men brouwt hier alle soorten bier (ales, lagers, pilsners, ambers, stouts, porters, wheats, belgium stile (klooster)bieren, bocks, kölschners, saison etc.) maar het zwaartepunt ligt toch wel bij de Pale Ales en de Indian Pale Ales (IPA) -achtige bieren van 6 à 7% en een EBU (bitterheidsgraad, van 0-100) tussen de 30 en 50 en soms tot boven de 90. Drinken lekker weg, zijn zeer smaakvol en je kan eindeloos variëren in subtiele smaakverschillen. Maar een belangrijke reden hiervoor is volgens mij ook de grote reeks nieuwe Amerikaanse hoppen die de laatste 2 decennia ontwikkeld zijn, die allemaal wat minder bitter en beduidend meer (citrus)fruitachtige smaken hebben dan de klassieke Britse en Europese hoppen. Chinook, Cascade, Amarillo etc. Allemaal nieuwe hopsoorten die  - zoals de naam ook al duidelijk maakt-  vaak in Oregon ontwikkeld zijn. Geen hoppen die je gebruikt in donkere bieren als porters en stouts die respectievelijk naar chocola en koffie (moeten) smaken.
  • Bijna alle biersoorten worden op smaak gemaakt met ‘droog hoppen’ (wat ik ook doe met mijn biertjes). Dit houdt in dat na de eerste ronde brouwen (waarin hop wordt meegekookt met de wort en vooral bijdraagt aan de bitterheid omdat de vluchtige hoparoma’s vervliegen) tijdens de 1 tot 2 weken lagering daarna opnieuw hop wordt toegevoegd, maar dan voor de aroma’s. Juist de Amerikaanse hopsoorten zijn hiervoor geschikt en worden op hun rijkheid aan aroma’s gewaardeerd. Daarmee worden wel wel biersoorten gecreëerd die relatief snel hun smaak verliezen. Opdrinken binnen 6 maanden.
  • Wat opkomt is het langdurig lageren (een jaar of langer) op eiken fusten die daarvóór gebruikt zijn voor de rijping van wijn, whisky, cognac e.d. Dat levert bieren op die wel lang houdbaar zijn en zelfs rijpen naarmate ze ouder worden. Gisteren hadden we bij het toetje zo’n glaasje (half pint, het bier bevat vaak hogere alcoholpercentages) van Belgische oorsprong. Lekker, maar het deed me vooral aan een wat opgevoerde tripel denken. Bier blijft in mijn ogen toch een relatief ‘snel’ drankje.
  • De professionaliteit bij bijna al die local brewers is hoog. Niks geknoei met plastic emmertjes, teilen en oude melktanks. Grote RVS tanks, perfecte temperatuurregeling, snelle pompen, professionele vulapparatuur en alle materiaal van de beste kwaliteit. Misschien als gevolg van de grote concurrentie op de markt, maar volgens mij ook door de instelling: als je er aan begint doe je het goed.
  • Zoals het hoort heeft elke brouwer een vast assortiment en een reeks tijdelijke of seizoenbieren in de aanbieding. Dubbelhoppen, de een doet er wat gember bij, een ander zoekt wat in Indiase kruiden etc. Niet zo wild als in Amsterdam waar (melk)zure bieren, wilde gistsoorten, gruit en andere ‘extremiteiten’ worden uitgetest. Het moet wel verkopen, heb ik het idee, dus de grotere micro’s doen daar misschien wel aan mee maar brengen het niet op de markt.
  • De professionaliteit valt ook op bij de ‘verpakking’. Veel bier gaat in vaten naar pubs en restaurants waar het normaal is meer dan 10 bieren op de tap te hebben. En de rest gaat in 6-packs van glas of aluminium.  Alleen de hele speciale brews gaan op 0,7 liter flessen en worden los verkocht. Mooie etiketten, maar wel leesbaar.
  • Op een of andere manier hebben al die duizenden brouwers een sterk distributienet weten op te zetten of in handen gekregen. Bieren van grotere handcrafted brouwers, zoals Sierra Nevada, Dog Fish Head, Lagonitas en Deschutes zijn in het hele land verkrijgbaar (d.w.z. een gebied zo groot als van de Oeral tot Ierland en van Lapland tot Gibraltar) en staan prominent naast de Budweisers en Coors lights in de koelschappen (plus bijna altijd nog een serie locals). De grote brouwerijen worden ingehaald door de kleine. Anders dan in Nederland waar de toenemende variëteit in biersoorten (meer Belgisch, een vleugje citroen etc.) nog steeds door de grote drie wordt gedicteerd in supermarkt en slijterijketens.
  • Alle bier is gefilterd. Je mist dus dat troebele en de bij/nasmaak van gist die ik ken uit Europa. Ik weet niet precies waarom dit gebeurt. Ik heb het gevraagd aan een brouwer maar en die zei dat het normaal was en niemand troebel bier wilde, maar daar ben ik niet zeker van. Heeft Amerika een soort reinheitsgebot dat verplicht om bier te filteren?
  • Heel veel brouwerijen runnen tegelijkertijd een restaurant en terras. Gouden greep want je trekt daarmee een veel breder publiek dan alleen dikbuikige en/of baarddragende bierliefhebbers. En ook niet bierdrinkende klanten worden trots op hun locals. Terrassen zoals Nederland die kent zijn zeldzaam in de States, dus ook in dat opzicht is deze combi een gat in de markt. Een gouden greep is ook dat je een plankje met 4 kleine glaasjes met verschillend bier kan krijgen (totaal voor de prijs van één normaal glas) en kan uitproberen wat je lekker vindt. Ook als ik er dagelijks zou komen, zou ik regelmatig zo’n plankje bestellen, alleen al vanwege het lekker….
  • Zoals ik al vermeldde, de donkere bieren, zoals de porters en de stouts, zijn wat minder makkelijk te vinden. Ofschoon er fantastische porters worden gemaakt (ik herinner mij er een paar in een restaurant in San Francisco….) en top Imperial Stouts (na twee ga je plat), herinner ik mij van de paar stouts die ik gedronken heb dat ze erg donker en romig zijn, maar wel heel erg veel naar koffie smaken. Alsof er een pak Starbucks meegaat in de brouwketel …
  • Utah is een van de vreemdste eenden in de bijt. Deze Mormonen-staat (met bijna evenveel kerken als gezinnen en Salt Lake City als hoofdstad) voert een strikt anti-alcoholbeleid (en tegen alle andere psychotrope stoffen behalve de Heere-Heere). Er is een beperkt aantal winkels met een verkoopvergunning voor drank van niet meer dan 4% en met paspoortcontrole ook al ben je net 64 geworden…. Er zijn in Utah ook een paar staatswinkels met uitgebreider assortiment waar zweedse prijzen worden gehanteerd. Drank zichtbaar op straat vervoeren (zeker geopend!) levert een forse boete op. Maar als er ergens een staat is waar handcraft breweries bloeien en biercompetiites grote feesten zijn is het wel in de ‘beehive’ state Utah. Tik maar eens ‘beehive brews' in op internet of kijk maar eens rond bij ‘themoabbrewery.com’. En een van de lekkerste IPA’s op onze eindeloze tocht door de States was een 3,2% IPA in Utah van Goose Island (weliswaar een brouwer uit Chicago). Maar dat kwam misschien ook omdat we toen - na dagen kou in de bergen - eindelijk weer in warmere sferen belandden…

Afsluitend: we hebben nog maar een paar weken te gaan. Dan gaan we weer naar Amsterdam en moet ik weer terug naar eigen brouwsels en die van de micro’s in Nederland.  Ik zal ze missen, maar voor de biercultuur in Nederland, zelfs in Amsterdam, bieden de States wel een wenkend perspectief.

Proost!

Wim

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Anneke:
    27 juni 2015
    Ha Wim, nou dacht ik toch eindelijk over die ontmoeting met die beer te lezen, speciaal meegenomen naar Portland, maar het blijkt een andere beer te zijn. Net zo'n grote hobbel, warm en zacht en furry. Heel goed jongen, er ook een studiereis van maken!
    Ga zo door, XXX